Zondagsgemijmer 8: Johnny 'Guitar' Watson - A real mother (for ya)


De winter van ‘85 is in Rotterdam venijnig. Waterkou. We gaan naar Dancing Full Moon. Op de hoek van de ’s Gravendijkwal. Tegenover Dizzy. Daar kom je eigenlijk niet binnen. Terwijl elke gekleurde Rotterdammer met een ingewikkeld handklap-coolkijken-vuisten-tegen-elkaar ritueel gratis langs de portier glipt, sta ik, met een paar bevriende bleekscheten, gemiddeld een uur te blauwbekken alvorens we mogen betalen.

Eenmaal binnen valt het altijd tegen. Ook nu weer. Dansvloer leeg. En de leuke meisjes zijn bezet, of erger, het zijn geen meisjes. Goede rookmachine, grappen we, als het weer eens blauw staat van het blowen. We willen na een kwartier al weg, maar plots knalt daar onvergetelijk harde funk uit de boxen. Eerst drums met bekkens, dan blazers, die snerpende gitaarlick en daarna de stem van Mister Funk himself.

Wat een funk. Wat een nummer. De volgende ochtend sta ik in de platenwinkel het nummer na te neuriën terwijl ik mijzelf begeleid op luchtgitaar. Tevergeefs. Het duurt nog zeker vijf verschrikkelijke weken voor ik eindelijk ontdek welk nummer zich voorgoed in mijn hersenpan heeft gegrooved.

Home: oorbijter



I need it